Voor de wereldtentoonstelling van 1958 zette België een ‘menselijke zoo’ neer waar mensen uit Congo bezichtigd konden worden. Hieronder het verhaal dat start met Leopold II en eindigt bij de Expo uit 1958.
België opende de Expo ’58, de wereldtentoonstelling waarin 200 dagen lang de sociale, culturele en technologische vooruitgang na de oorlog werd gevierd. Deze wereldtentoonstelling trok meer dan 40 miljoen bezoekers en leverde onder andere een nieuw futuristisch monument, het Atomium, op. Het monument werd voor het spektakel gebouwd en was het middelpunt van de tentoonstelling, maar er was ook een duistere kant. Expo ’58 zou namelijk ook een levende vertoning van zwarte mannen, vrouwen en kinderen in “inheemse omstandigheden” hosten. Dit werd opgevoerd voor de opvoeding en het vermaak van blanke Europeanen die het met trots zouden bezichtigen. Het was ’s werelds laatste “menselijke dierentuin”.



Belgisch-Congo
In 1958 regeerde België nog steeds over Congo, een mineraalrijk gebied dat ongeveer 80 keer zo groot was als het land zelf, en een bron van grote trots voor het land. Dit kwam niet alleen doordat het economisch lucratief was, maar ook omdat het België, een kleine Europese natie in de schaduw van Groot-Brittannië en Frankrijk, ook aanzien in de wereld gaf. Immers, Belgisch-Congo, zoals het gebied werd genoemd, was al sinds 1908 de kolonie van ons buurland, maar was al vanaf 1885 tot 1908 het privébezit van de Belgische vorst Leopold II en stond het bekend onder de naam Congo-Vrijstaat.
Leopold II had megalomane ideeen. Zijn doel was om van Belgie een groot, krachtig en mooi land te maken en dit trachtte hij te doen door andere landen aan te vallen en nadien in te nemen. Zo had hij interesse in onder andere Borneo, de Fiji-eilanden, maar ook het Griekse Lesbos dat destijds onderdeel was van het Ottomaanse Rijk. Al deze pogingen zouden uiteindelijk mislukken, totdat de vorst hoort over Centraal-Afrikaanse landen en zijn zinnen zet op een expansie in het continent Afrika.
In 1876 richt hij de “Association Internationale Africaine” (AIA) op. Deze instelling heeft als opdracht de Afrikaanse kolonisatieplannen van Leopold II voor te bereiden. Via onder meer bankier Léon Lambert krijgt hij de benodigde fondsen om meerdere expedities in Afrika te bekostigen. Leopold II geeft Henry Morton Stanley de opdracht om de expedities te leiden en hij slaagt erin om in 1879 de Congorivier af te varen en niet veel later een handelspost te stichten. Deze zou hij, verwijzend naar zijn koninklijke opdrachtgever, Leopoldstad noemen, het latere Kinshasa.



Op de Conferentie van Berlijn in 1885, kwamen een vijftiental landen bij elkaar om het Afrikaanse continent te verdelen. Hier krijgt Leopold II, verwijzend naar Henry Morton Stanley’s expedities, zijn zin en krijgt het gehele gebied rond de Congostroom toegewezen. De andere landen die aan de conferentie deelnamen hadden geen enkele interesse voor deze regio en gingen akkoord met Leopold’s eisen.
Nadat Leopold het gebied inneemt volgt er een schrikbewind. Congolezen, jong en oud, worden mishandeld, vermoord en kinderen worden geamputeerd als ze niet doen wat hen opgedragen wordt.



Pas in 1908 draagt de vorst, vanwege protest tegen de slechte behandeling van de Congolezen, het land over aan België en krijgt het de naam Belgisch-Congo. De handel in rubber – zeer lucratief na uitvinding van de rubberband in 1887 door John Boyd Dunlop – diamanten (uit de Kasai regio), ivoor en uraniumerts, welke werd gebruikt voor de aanmaak van de atoombommen die op Hiroshima en Nagazaki werden gegooid, blijft doorgaan en Leopold II wordt alsmaar rijker.
Kongorama
De Expo van 1958 werd door de Belgische politici dan ook gezien om het land en de verworven winsten te promoten en zijn aanwezigheid in Congo rechtvaardigen op een moment dat de roep om onafhankelijkheid weerklonk.
Zo zou aan de voet van het Atomium, acht hectare grond met zeven paviljoenen gewijd worden aan onder meer de mijnbouw in Congo, de kunst, het vervoer en de landbouw. Het werd het Kongorama genoemd. In de drie hectaren tropische tuinen werden dag na dag Congolese mannen, vrouwen en kinderen tentoongesteld in “traditionele” kledij achter een omheining van bamboe.
Belangrijk om te vermelden is dat het fenomeen menselijke dierentuin niet nieuw was voor het westen en al eerder in de eeuw regelmatig gehouden werden in Europese steden zoals Londen, Parijs en Oslo. Ook werd in 1906 te New York een jonge Congolese man met geslepen tanden ondergebracht in het apenhuis van de Bronx Zoo.
De voorlopers van Kongorama waren de exposities in 1885 in Antwerpen, waar de eerste koloniale tentoonstelling georganiseerd werd. Er werd een zogenaamde ‘negerdorp’ opgericht, waar 12 Afrikanen uit Congo, Zanzibar en de Portugese koloniën aan het publiek werden voorgesteld.
In 1894 werd opnieuw in Antwerpen een wereldtentoonstelling gehouden, deze keer met 144 Congolezen in een ‘exotisch’ decor. Acht mensen stierven tijdens de tentoonstelling.
Drie jaar later, in 1897 had koning Leopold II 267 Congolezen naar Brussel geïmporteerd om ze rond zijn koloniaal paleis in Tervuren, tentoon te stellen, peddelend in hun kano’s op de koninklijke meren. 1.3 miljoen Belgen, op een bevolking van 4 miljoen, bezochten, lopend over een touwbrug om het beste uitzicht te krijgen. Ondanks het feit dat zeven Congolezen stierven aan longontsteking en griep en diens lichamen werden gedumpt in een ongemarkeerd massagraf op de plaatselijke begraafplaats bleef de tentoonstelling populair.
Een van de redenen voor het succes van deze “shows” was dat de organisatoren ze vanuit een beschavingsperspectief presenteerden. Het doel was om aan te tonen dat Europa de plicht had om beschaving te brengen aan deze “wilde” mensen. Menselijke dierentuinen versterkten dit idee in de publieke opinie.
Door mensen met een donkere huidskleur als minderwaardig voor te stellen, wilde het Westen zijn superioriteit tonen en zijn eigen imago oppoetsen.
Menselijke dierentuin
De menselijke dierentuin bestond uit een “typisch” dorp, waar in totaal 598 Congolezen (waaronder 197 kinderen) hun dagen doorbrachten met het uitvoeren van hun ambachten bij strohutten, terwijl ze werden bespot door de blanke mannen en vrouwen die aan de rand stonden.



“Als er geen reactie kwam, gooiden ze geld of bananen over de sluiting van bamboe”, schreef een journalist destijds over de toeschouwers. Een ander verslag vertelde over mensen die roddelden over “het zien van de negers in de dierentuinen”.
De tentoongestelde Congolezen werden ondergebracht in een speciaal gebouw dat geïsoleerd was van de Expo zodat ze met bussen in en uit konden. De mensen klaagden over de krappe accommodatie, de strenge beperkingen voor bezoekers of excursies vanuit het gebouw en het dagelijkse misbruik op de “human zoo”.



De aanwezigheid van dit dorp en het racistische en vernederende gedrag van de bezoekers schokten en veroorzaakten controverses en klachten, vooral van Congolese studenten en intellectuelen die in België wonen. Expo ’58 eiste ook een Congolees slachtoffer. De acht maanden oude baby Juste Bonaventure Langa overleed tijdens Expo ’58. Tegen juli konden de Congolese kunstenaars en ambachtslui en hun gezinnen het niet meer aan en gingen sommigen terug naar huis. De menselijke dierentuin, zoals de Congolezen die erkenden, werd gesloten en de rest van de beurs ging door.
Ondanks het succes in België en alle pogingen om de situatie in Congo te verbloemen, zou een dergelijke dierentuin nergens meer worden opgevoerd omdat niet heel veel later Congo onafhankelijk zou worden. De Belgen hadden middels Expo ’58 eigenhandig een versnellende factor ingezet in de dekolonisering: de beelden en verhalen van de Congolezen hadden het vuur aangewakkerd en het onvermijdelijke gebeurde in het jaar 1960 toen Congo onder leiding van onder andere Patrice Lumumba, diens onafhankelijkheid uitriep.
Meer artikelen over Cultuur
De symbolische betekenis van de rood-witte kleuren in kapperspalen bij barbershops
Het beroep van de kapper is eeuwenoud en heeft een enorme transformatie ondergaan. De kapperspaal is het symbool van de …
Día de Muertos: Mexicaanse herdenkingsfeest van de doden met een rol voor de bloem cempasuchil
Wat is Día de Muertos en waarom is het een belangrijke dag voor Mexicanen? En welke rol speelt de bloem …