De geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse conflict is complex en diepgaand, met wortels die teruggaan tot het begin van de 20e eeuw. Deze uiteenzetting zal de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen in de loop van de geschiedenis van dit conflict behandelen.
Opkomst van het zionisme en waarom Palestina zo belangrijk is
Palestina heeft een diepgaande religieuze betekenis voor zowel joden, christenen als moslims. Het bevat heilige plaatsen zoals Jeruzalem, dat van groot belang is voor al deze religies. Deze religieuze betekenis heeft het gebied al lang tot een bron van spanning en conflicten gemaakt.
In de late 19e eeuw begon het zionisme op te komen als een politieke beweging onder Joodse gemeenschappen in Europa. Het zionisme, opgericht door Theodor Herzl in de late 19e eeuw, was een politieke beweging die streefde naar een Joodse nationale staat en zelfbeschikking in Palestina. Aanhangers van deze leer geloofden in het recht op een eigen Joodse staat in Palestina. Dit zionistische verlangen werd aangewakkerd door toenemend antisemitisme in Europa, waaronder pogroms in Rusland en het Dreyfus-affaire in Frankrijk. Deze gebeurtenissen droegen bij aan het besef onder Joden dat ze elders geen veilig thuis hadden. Dit was nog voordat Adolf Hitler aan de macht kwam in Duitsland.
Het zionistische verlangen om een eigen nationale thuisstaat voor het Joodse volk op te richten, werd gevoed door de overtuiging dat Joden alleen in Palestina echte veiligheid en zelfbeschikking zouden vinden. Het zionisme groeide uit tot een breed gedragen idee, met verschillende stromingen en visies op hoe dit te bereiken. Sommige zionisten geloofden in vreedzame co-existentie met de Palestijnse Arabieren, terwijl anderen territoriale controle en soevereiniteit nastreefden.
Het begin van de oorlog: Ottomaanse rijk
Het Israëlisch-Palestijnse conflict vindt zijn oorsprong dan ook in het streven naar nationale zelfbeschikking en territoriale controle over het historische Palestina, een gebied dat zich uitstrekt over wat nu Israël, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook is. Nadat in de 19e eeuw een golf van Joodse immigratie naar Palestina op gang kwam, kwam het gebied dat destijds deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk, onder drukt te staan. Deze reactie op het antisemitisme in Europa en het zionistische verlangen naar een eigen nationale thuisstaat voor het Joodse volk, zorgden voor steeds meer spanningen in het gebied.
Zo braken er tijdens de Eerste Wereldoorlog, tussen 1914 en 1918, gewelddadige conflicten uit tussen de geallieerden en het Ottomaanse Rijk. Zo waren er Arabische opstanden tegen het Ottomaanse Rijk, geleid door Sharif Hussein van Mekka en zijn zonen. Deze opstanden werden aangemoedigd door de geallieerden, die beloofden om Arabische onafhankelijkheid te steunen na de oorlog. De strategische ligging van Palestina als overgangsgebied tussen Europa en het Midden-Oosten maakte het tot een felbegeerd doelwit in deze oorlog. Groot-Brittannië streefde dan ook naar controle over Palestina en Groot-Brittannië had ambities om Palestina te controleren en de regio als een toegangspoort tot het Midden-Oosten te gebruiken.
In dit kader gaf de Britse regering in 1917 de zogenaamde Balfour-verklaring uit. In deze verklaring beloofde Groot-Brittannië zijn steun voor de oprichting van een “nationaal tehuis voor het Joodse volk” in Palestina. Deze aankondiging wekte zowel bij de Joodse als Palestijnse gemeenschappen grote verwachtingen en bezorgdheid.
De Balfour-verklaring was een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Voor de Joodse gemeenschap betekende het een internationale erkenning van hun aspiraties om zich in Palestina te vestigen en uiteindelijk een onafhankelijke staat op te richten. Voor de Palestijnse Arabieren was de verklaring echter een bron van bezorgdheid en protest, omdat ze vreesden dat hun meerderheid in Palestina zou worden bedreigd door de Joodse immigratie.
Het Ottomaanse Rijk was verzwakt en verdeeld door de vele fronten en conflicten waaraan het deelnam. De Arabische opstanden tegen het Ottomaanse Rijk waren een belangrijk element in de uiteindelijke ondergang ervan. De regio Palestina en andere voormalige Ottomaanse gebieden kwamen onder verschillende vormen van bestuur en invloed en de Ottomanen verloren dus aanzienlijke grondgebied, wat de basis legde voor de latere ontwikkelingen en het Israëlisch-Palestijnse conflict
Het Britse Mandaat (1920 – 1948)
De geallieerden boekten succes in het Midden-Oosten, waar ze geleidelijk terreinwinst boekten. De Slag bij Megiddo in 1918 was een cruciale nederlaag voor de Ottomaanse troepen en resulteerde in de inname van Palestina door de geallieerden. Dit zorgde ervoor dat na de Eerste Wereldoorlog, Groot-Brittannië het bestuur over Palestina kreeg als onderdeel van het Britse Mandaat. Dit bracht een toenemende Joodse immigratie met zich mee, terwijl de Palestijnse Arabieren zich verzetten tegen deze ontwikkeling en hun eigen nationale identiteit en aspiraties naar voren brachten.



De Balfour-verklaring en het Britse Mandaat legden de basis voor verdere conflicten en territoriale geschillen in Palestina, terwijl de Britse pogingen om deze problemen op te lossen vaak tot meer spanningen leidden. De Joodse immigranten speelden een belangrijke rol bij het oprichten van nieuwe steden en gemeenschappen in Palestina. Ze kochten land van Arabische eigenaars en begonnen landbouwkolonies, zoals Petah Tikva en Rishon LeZion. Deze kolonies groeiden uit tot steden en vormden de basis voor de toekomstige Joodse staat. Deze landaankopen waren meestal het resultaat van overeenkomsten tussen de Joodse kopers en de Arabische verkopers, die om verschillende redenen bereid waren hun land te verkopen. Sommigen van hen deden dit uit economische noodzaak, anderen om politieke of sociale redenen, en sommigen omdat ze geloofden in de zionistische zaak en wilden bijdragen aan de oprichting van een Joodse staat.
De verdeling en Israëlische onafhankelijkheid (1947 – 1948)
Na de Holocaust, waarin zes miljoen Joden werden vermoord door nazi-Duitsland en zijn bondgenoten, was er een groeiende internationale consensus over de noodzaak van een Joodse staat. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog pleitte de Verenigde Naties in 1947 voor de verdeling van Palestina in een Joodse en Arabische staat, met Jeruzalem als een internationaal bestuurd gebied. De Joodse leiders accepteerden het plan, maar de Arabische leiders verwierpen het. Ze zagen het als onrechtvaardig en onaanvaardbaar omdat het een aanzienlijk deel van het grondgebied van Palestina aan de Joden toewees. Ze pleitten voor een onverdeelde Arabische staat in Palestina.
De vroege Joodse landbouwkolonies in Palestina hadden al de basis gelegd voor de agrarische en economische ontwikkeling van het gebied en de groei van het aantal Joden in Palestina. Na het VN-partitieplan escaleerde de situatie in het gebied snel en leidde het tot de Eerste Arabisch-Israëlische oorlog van 1948, ook bekend als de Onafhankelijkheidsoorlog. Deze oorlog resulteerde in Israëlische overwinningen en veranderingen in de kaart van Palestina. Het was ook tijdens deze oorlog toen de staat Israël door David Ben-Gurion werd uitgeroepen op 14 mei 1948, wat resulteerde in de verdere verdeling van Palestina en de vlucht van honderdduizenden Palestijnse Arabieren. De Palestijnen noemen dit de nakba, terwijl Israel deze dag bestempeld als Yom Ha’atzmaut, oftewel: “Dag van de Onafhankelijkheid”.
De nakba zou het begin betekenen van een nieuwe oorlog, ditmaal met omliggende Arabische landen.
Zesdaagse Oorlog (1967)
In 1967 leidde de Zesdaagse Oorlog tot de bezetting door Israël van de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem. De Zesdaagse Oorlog, die plaatsvond van 5 juni tot 10 juni 1967, was een cruciale mijlpaal in het Israëlisch-Arabische conflict en resulteerde in aanzienlijke territoriale veranderingen in het Midden-Oosten. De oorlog vond plaats tegen de achtergrond van voortdurende spanningen tussen Israël en zijn Arabische buurlanden, met name Egypte, Syrië en Jordanië. De gebeurtenissen escaleerden nadat Egypte de Straat van Tiran afsloot voor Israëlische scheepvaart en troepen naar de Sinaïwoestijn verplaatste.



Israël wist binnen zes dagen aanzienlijke territoriale winst te boeken. Het versloeg de gecombineerde strijdkrachten van Egypte, Syrië, Jordanië en Irak en veroverde de Sinaï, de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. De Zesdaagse Oorlog resulteerde in de Israëlische bezetting van deze nieuwe gebieden. Het legde ook de basis voor de latere conflicten en het Israëlisch-Palestijnse conflict, omdat Israël de controle over de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook overnam.
Jom Kipoeroorlog (1973)
De Jom Kipoeroorlog, ook bekend als de Oktoberoorlog of Ramadanoorlog, was een belangrijk conflict dat plaatsvond van 6 tot 25 oktober 1973. De Jom Kipoeroorlog begon op de heiligste dag van het Joodse jaar, de Dag van Verzoening (Jom Kipoer). Het conflict brak uit toen Egypte en Syrië gelijktijdig Israël binnenvielen in een poging hun verloren grondgebied terug te winnen. Egypte en Syrië lanceerden gezamenlijk een verrassingsaanval op Israël, in een poging de Sinaï en de Golanhoogten te heroveren.
Israël, onder leiding van premier Golda Meir, mobiliseerde snel zijn strijdkrachten en bracht versterkingen naar het slagveld. Ondanks aanzienlijke aanvankelijke verliezen wist Israël zich te hergroeperen en uiteindelijk op te rukken naar de Suezkanaal en de Golanhoogten.
De oorlog eindigde uiteindelijk op 25 oktober 1973 met een wapenstilstand, die werd bemiddeld door de Verenigde Naties. Hoewel Israël uiteindelijk zegevierde, leidde de oorlog tot een heroverweging van het vredesproces in het Midden-Oosten.
De Zesdaagse Oorlog en de Jom Kipoeroorlog hadden aanzienlijke gevolgen voor de regio en blijven van invloed op het Israëlisch-Arabische conflict. Ze droegen bij aan de veranderende grenzen en geopolitieke dynamiek in het Midden-Oosten, evenals aan voortdurende spanningen en pogingen tot conflictbeheersing en vredesonderhandelingen.
Hamas
Hamas is opgericht met als doel het verzet intifada tegen de Israëlische bezetting en het bereiken van Palestijnse zelfbeschikking. Deze Palestijnse militante organisatie die in de late jaren 1980 is ontstaan, is voornamelijk actief in de Gazastrook en heeft deelgenomen aan verschillende vormen van verzet, waaronder gewapend conflict en politieke activiteiten.
Hamas is betrokken geweest bij verschillende conflicten met Israël, waaronder de Eerste en Tweede Intifada, en heeft raketbeschietingen op Israëlisch grondgebied gelanceerd vanuit de Gazastrook. In 2007 nam Hamas de controle over de Gazastrook over en verdreef ze de Palestijnse Autoriteit onder leiding van Fatah. Sindsdien heeft Hamas de Gazastrook onafhankelijk bestuurd en gescheiden van de Westelijke Jordaanoever, waar de Palestijnse Autoriteit de controle behoudt.
Hamas wordt door verschillende landen, waaronder Israël, de Verenigde Staten en de Europese Unie, aangemerkt als een terroristische organisatie, vanwege het gebruik van geweld en terrorisme in hun streven naar politieke doelen.
Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO)
De PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) speelde een cruciale rol in de Palestijnse onafhankelijkheidsstrijd, vooral onder leiding van Yasser Arafat. De PLO werd opgericht in 1964 en was een koepelorganisatie van Palestijnse verzetsgroepen. Haar doel was het vertegenwoordigen van de Palestijnen en het bevorderen van hun nationale zaak.
De PLO voerde gewapend verzet tegen Israël, met name in de vorm van guerrillaoorlogvoering en terroristische aanslagen. Dit leidde tot aanzienlijke conflicten en spanningen in de regio.



In 1988 nam de PLO een historische stap door de onafhankelijkheid van de Palestijnse staat uit te roepen en haar bereidheid uit te spreken om Israël te erkennen. Hamas, daarentegen, zag de erkenning van Israël door de PLO en de verklaring van onafhankelijkheid met scepsis en afwijzing. De organisatie weigert de staat Israël te erkennen en blijft vasthouden aan haar standpunt dat het gehele historische Palestina tot de Palestijnen behoort.
Vredesproces en Oslo-akkoorden (1990)
In de jaren ’90 onderhandelden de PLO en Israël in het geheim over de Oslo-akkoorden, die uiteindelijk resulteerden in een reeks bilaterale overeenkomsten. Deze akkoorden vormden het kader voor de oprichting van de Palestijnse Autoriteit en voor de overdracht van beperkt zelfbestuur aan de Palestijnen in delen van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.
Als onderdeel van de Oslo-akkoorden erkende de PLO officieel het recht van Israël om te bestaan en veranderde haar rol van een gewapende verzetsorganisatie naar een politieke entiteit die de Palestijnse Autoriteit en later de Palestijnse Autoriteit van Palestina (PLO) bestuurde.
Het vredesproces dat met de Oslo-akkoorden begon, heeft geleid tot enkele positieve ontwikkelingen, maar heeft te maken gehad met tal van uitdagingen, waaronder territoriale geschillen, veiligheidsproblemen en de status van Jeruzalem. Het proces is onder andere vastgelopen door toedoen van Hamas, welke tegen de Oslo-akkoorden waren. Ze beschouwden onderhandelingen met Israël als schadelijk voor de Palestijnse zaak en weigerden de staat Israël te erkennen.
Voortdurende conflicten en vredesinspanningen
Ondanks talloze vredesonderhandelingen en internationale bemiddelingen blijft het Israëlisch-Palestijnse conflict onopgelost. Het omvat kwesties zoals grenzen, vluchtelingen, de status van Jeruzalem, en de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat. Er zijn herhaaldelijk uitbraken van geweld geweest, waaronder de Gaza-oorlogen en conflicten in de Westelijke Jordaanoever waar geen einde aan lijkt te komen.
Meer artikelen over Geschiedenis
Het verhaal van het Osage volk en de Killers of the Flower Moon
De film Killers of the Flower Moon heeft ervoor gezorgd dat het verhaal van het Indiaanse volk Osage uit Missouri …
Waar komt de kleur en naam van turquoise vandaan?
Het verhaal achter de verfrissende kleur turquoise is een interessante. Wat is de oorsprong en betekenis van deze befaamde kleur …
De Challenger-ramp: desastreus ruimtevaartongeluk en het falen van NASA
De geschiedenis van de ruimtevaart is doorspekt met triomfen en tragedies, maar geen gebeurtenis illustreert de verwoestende impact van falen …