Een groot deel van Nederland hoorde voor het eerst over het St. Antony’s College in Oxford toen Forum voor Democratie leider Thierry Baudet aangaf dat het een ‘spy college’ is, maar wat is hiervan waar? Een objectieve blik op spionage op het St. Antony’s College.
Het St. Antony’s College in Oxford is een prestigeuze school welke gericht is op PhD- en master-studenten die zich verder willen verdiepen in zaken als politieke wetenschappen en met name internationale betrekkingen.
Na grondig onderzoek kwamen wij uit op drie namen die ofwel inderdaad spionnen waren of daarvan beticht werden. Het gaat om Sir Alistair Horne, Sheila Fitzpatrick en Timothy Garton Ash. Ook de oprichters en dan met name de warden(s) van het St. Antony’s College zullen de revue passeren, omdat zij een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van deze theorieën.
Oprichting en historie van St. Antony’s College
St. Antony’s College werd opgericht in 1950 als gevolg van de schenking van Sir Antonin Besse van Aden, een koopman van Franse afkomst. Besse wilde de schenking op een voorwaarde doen: het nieuwe college van de Universiteit van Oxford moest mannen van welke afkomst, ras of geloofsovertuiging dan ook accepteren en niet discrimineren. Dat betekende dat zowel Franse als Engelse studenten welkom moesten zijn en samen moesten kunnen werken. Zijn idee was dat alleen op deze manier betere internationale samenwerking en intercultureel begrip gecreëerd kon worden. Zodoende werd de primaire rol van het college: “een centrum voor geavanceerde studie en onderzoek op het gebied van moderne internationale geschiedenis, filosofie, economie en politiek te zijn en een internationaal centrum binnen de universiteit te bieden waar afgestudeerde studenten van over de hele wereld samen kunnen leven en werken in nauw contact met hooggeplaatste leden van de universiteit die specialisten zijn op hun gebied”.



Tot 1990 had de school altijd moeite gehad om levensvatbaar te blijven en bleef met veel pijn en moeite toch overeind. Het had financiële injecties nodig van grote bedrijven om zich staande te kunnen houden in een alsmaar complexer wordende omgeving. Door met name het proactieve handelen van directeur Deakin zou het college steeds meer allure krijgen en daardoor meer studenten trekken. Het college is anno 2022 nog steeds trouw aan zijn stichtingsprincipe: het blijft – zoals eerder aangegeven – een van de meest internationale colleges en biedt onderdak aan veel van de regiospecifieke studieafdelingen van Oxford.
Deze specialisatie heeft echter ook een keerzijde, want het zorgde ervoor dat het college het mikpunt werd van zowel de Britse pers als de Russische pers door wie het college zou worden bestempeld als een spy college en vast ontmoetingsplaats voor (oude spionnen) en de Britse inlichtingendiensten. Dat laatste werd ook geopperd door documentairemaker en ex-spion Leslie Woodhead. Woodhead, die ook Russisch spreekt, werd in de Tweede Wereldoorlog zelf als spion ingezet in de strijd tegen de Sovjet-Unie.
William Deakin
De geruchten over dit ‘spionnencollege’ kwamen niet uit de lucht vallen. Dat St. Antony’s College gespecaliseerd was in regiospecifieke studieafdelingen was één ding, maar het aanbieden van een studie van Sovjetzaken tijdens de Koude Oorlog was voor die tijd een moedige onderneming. Om Besse’s eis in te kunnen willigen besloot het bestuur van Oxford University iemand aan te stellen waar zowel Besse als het bestuur achter zou staan: Sir Frederick William Dampier Deakin zou het stokje overnemen en het gedurfde beleid uit kunnen voeren. Deakin, die op de hoogte was van deze beschuldigingen, was niet een persoon die zich uit het veld zou laten slaan en zou deze studies blijven toestaan op zijn college.
Deakin kende het spelletje heel goed, want ook hij had – als soldaat – een rol gespeeld in de oorlog. Zo was de historicus meerdere keren ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog en had hij namens de Britten gevochten in onder andere Joegoslavië en Montenegro. Sterker nog: hij werkte zo nauw samen met president Tito dat de twee ooit gewond raakten door dezelfde bomexplosie.



Nadat zijn dienst erop zat zou Deakin de literair assistent van de Britse premier Winston Churchill worden om de premier te helpen met zijn beroemde oorlogsmemoires. Op 36-jarige leeftijd zou Deakin daarna als warden de dienst uitmaken in het St. Antony’s College. Deakin’s verleden, zijn handelen en het feit dat St. Antony’s zich proactief inspant om externe banden aan te knopen met diplomaten en buitenlandse bezoekers, maakt het niet alleen een internationale academische omgeving, maar tegelijkertijd ook voer voor verschillende theorieën zoals Baudet’s uitspraken waarbij het college een ‘spy college’ werd genoemd.
Sir Alistair Horne
Als we het hebben over spionnen, dan moeten we starten met de Brit Sir Alistair Horne. Horne is de enige waarvan het zeker is dat hij een spion was en ook banden had met het St. Antony’s College in Oxford. Horne was een historicus, journalist en schrijver die bekend stond om zijn liefde voor Frankrijk en daarover ook schreef. Zijn band met St. Antony’s College begon toen hij in 1970 senior lid werd.
Voordat Horne boeken schreef, werd hij als spion tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Palestina gestuurd, waar hij de leiding kreeg over het verzamelen van inlichtingen onder het toekomstige hoofd van MI6, Maurice Oldfield. Hij kreeg deze positie nadat hij op jonge leeftijd indruk had gemaakt bij de RAF. In 1952 trad hij in dienst bij de krant The Daily Telegraph en het jaar daarop werd hij weer benaderd door zijn vroegere baas, Oldfield, die hem voor de inlichtingendienst MI6 wilde laten werken. Horne gebruikte vervolgens zijn positie bij de krant als dekmantel om in het naoorlogse Berlijn als spion te opereren.



Hij nam ontslag bij de krant in 1955 en verliet ook de wereld van de spionage. Hij begon een carrière als historicus en publiceerde onder andere een boek over de Algerijnse burgeroorlog, getiteld A Savage War of Peace: Algeria 1954-1962. Het boek kreeg in 1978 de Wolfson Prize kreeg, maar was vooral belangrijk omdat het een belangrijke rol zou spelen voor Amerikaanse militairen nadat het door Henry Kissinger was aanbevolen aan de voormalige Amerikaanse president George W. Bush.
Beschuldigingen van spionage
Timothy Garton Ash
Horne wordt vaak in een adem genoemd met Timothy Garton Ash, maar de twee hebben in principe niets met elkaar te maken. Van Horne is zeker dat hij een spion was, maar het enige dat ze gemeen hebben is dat ze allebei gelieerd zijn aan St. Antony’s College. Timothy Garton Ash werd ooit onderzocht door de Stasi, omdat de Oost-Duitse inlichtingendienst dacht dat Ash een spion was.
Ash woonde ten tijde van de Koude Oorlog in Berlijn. De Stasi wist dat deze researchstudent regelmatig commentaar gaf inzake Midden-Europa voor The Spectator – of “Spekta” in de DDR-informantentaal van zijn dossier – en dat hij daarom als westerse journalist wel een spion moest zijn.
Ash zei: “Ik ben eigenlijk niet erg geïnteresseerd in spionage, hoewel ik dat als student wel was. Wat ik leuk vond was het idee om soldaat te zijn achter de vijandelijke linies. Dit was inderdaad een heel akelig regime, en het idee dat ik er met mijn pen iets tegen kon doen beviel me wel. Het verbergen was gewoon een noodzakelijk middel daartoe.”
Nadat de Stasi documenten werden geopend voor het publiek, ging Ash terug naar Berlijn om te kijken naar het dossier dat de Stasi bij hadden gehouden over de Brit. Tot zijn verbazing zag hij dat het dossier van de Oost-Duitse geheime diensten (“erg vervelende regime”) maar liefst 325 pagina’s lang was. Ash besloot hier een boek over te schrijven, maar ontkent dus een spion te zijn geweest.
Het boek heet ‘The File’ en is te koop via onderstaande link:
Sheila Fitzpatrick
Een soortgelijke situatie kende Sheila Fitzpatrick toen zij, tijdens de Koude Oorlog, als uitwisselingsstudent in Moskou terecht kwam. Het was een tijd waarin buitenlanders nauwelijks werden toegelaten, laat staan dat een student een jaar lang in Moskou kon wonen naast ‘doodgewone’ burgers van de Sovjet-Unie. De Australische student werd op uitnodiging van de British Council in Moskou geplaatst en zelfs speciaal ingelicht door iemand van de Britse inlichtingendienst MI6 over de gevaren van het maken van Sovjetvrienden, omdat ze allemaal spionnen zouden zijn en hetzelfde over westerlingen zouden denken.



Fitzpatrick zegt in een interview: “(…) vermoedelijk waren er echte spionnen in onze Britse groep; die waren er zeker in de Sovjet-groep die naar Groot-Brittannië werd gestuurd, aangezien een van hen eindigde als nummer 3 in de KGB. Ikzelf was geen spion, ook al was de plaats waar ik mijn doctoraat Sovjetgeschiedenis deed, St. Antony’s in Oxford, zowel in de Britse als in de Sovjetpers berucht als een “spionnencollege”, omdat het na de oorlog was opgericht door ex-inlichtingenmensen. Maar soms voelde ik me ook zo, omdat, vanuit het standpunt van de Sovjet-Unie, iedereen die probeerde dingen te weten te komen die de Sovjet-Unie niet bekend wilde hebben, een spion was.”
Ikzelf was geen spion, ook al was de plaats waar ik mijn doctoraat Sovjetgeschiedenis deed, St. Antony’s in Oxford, zowel in de Britse als in de Sovjetpers berucht als een “spionnencollege”, omdat het na de oorlog was opgericht door ex-inlichtingenmensen
Sheila Fitzpatrick
Fitzpatrick ondervond nog meer gevaar toen ze, aan het eind van haar eerste jaar, door de krant Sovetskaia Rossiia werd aangeklaagd als “iemand die erg veel lijkt op een spion” omdat ik een vermeend lasterlijk artikel over de Sovjetgeschiedenis had geschreven. Maar Fitzpatrick had geluk, want het artikel was gepubliceerd onder haar meisjesnaam en niemand kon het verband met haar leggen.
Conclusie
Al met al zien we hier enkele verhalen van vermeende spionnen die op de een of andere manier gelinkt kunnen worden aan het St. Antony’s College in Oxford. Om het een ‘spy college’ te noemen gaat ver, maar de feiten over diens historie en voormalige studenten mogen niet vergeten worden en ook benoemd worden.
Meer artikelen over Geschiedenis
De Challenger-ramp: desastreus ruimtevaartongeluk en het falen van NASA
De geschiedenis van de ruimtevaart is doorspekt met triomfen en tragedies, maar geen gebeurtenis illustreert de verwoestende impact van falen …
Het ontstaan en de betekenis van Black Friday en Cyber Monday
De gekte die bekend staan als Black Friday en Cyber Monday zijn tegenwoordig een integraal onderdeel van het jaarlijkse shoppen, …
The Negro Motorist Green Book: reisgids voor Afro-Amerikanen toen racisme in VS wettelijk was toegestaan
In 2018 kwam er weer aandacht voor 'The Negro Motorist Green Book' van Victor Hugo Green nadat de film 'Green …